-
1 raak schieten
raak schieten -
2 raak
1 [het doel treffend] home4 [geslaagd in de gelijkenis] true to life♦voorbeelden:raak slaan • hit/strike homeieder schot was raak • every shot went homehet was bijna raak • it was a near miss〈 ironisch〉 het is weer raak • they're at it again 〈 ze doen het weer〉; here we go again 〈 het begint weer〉3 rake woorden • apt/well-chosen wordsiemand raak typeren • give an apt description of someonedie was raak, zeg! • that's telling him!raak van toon • just the right tonemaar raak slaan • hit right and leftklets maar raak • say what you likevraag maar raak • fire away -
3 Treffer
Treffer〈m.; Treffers, Treffer〉♦voorbeelden:einen Treffer erhalten • geraakt, getroffen worden -
4 missen
1 [doel niet treffen] miss2 [mislopen] miss3 [met betrekking tot afwezigheid van iets of iemand] go without ⇒ 〈 het stellen zonder ook〉 spare, afford 〈 voornamelijk met betrekking tot geld〉, 〈 ontberen〉 lack, 〈 ontberen〉 lose4 [betreuren van afwezigheid] miss♦voorbeelden:de maatregelen misten hun doel • the measures didn't work/were ineffectivezijn woorden misten hun uitwerking • his words didn't have the intended effect/; 〈 vonden geen gehoor〉 fell on deaf earsje kunt het niet missen • you can't miss itkun je je fiets een paar uurtjes missen? • can you spare your bike for a couple of hours?hij mist gevoel voor humor • he lacks a sense of humourzij moest een oog missen • she had to lose an eyeovertuiging missen • be unconvincing/lacking in convictionik mis mijn portemonnee • I've lost/mislaid my pursewe missen een van onze vliegtuigen • one of our planes is missinghij kan best wat missen • he can (well) afford itkun je er een missen? • can you spare one?ze kunnen elkaar niet missen • they can't get along without one anotherik zou het voor geen geld willen missen • I wouldn't part with/do without it for the worldaan die reünie heb je niks gemist • you didn't miss much by not going to the reunion1 [ontbreken] be missing2 [niet raak schieten] miss♦voorbeelden:¶ dat kan niet missen • that can't go wrong/fail, that's bound to work/happen -
5 bumsen
bumsen〈 informeel〉I 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉1 naaien, neuken2 〈 sport en spel〉schieten, knallen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский